The Universal Theory

Een mengeling van existentieel moordmysterie en de paranoia van een kwantummechanica-multiversum – plus een psychedelische twist!

Begin jaren zestig komt een groep mensen bijeen in de Zwitserse Alpen voor wat een revolutionair congres over kwantummechanica lijkt te zijn. We volgen promovendus Johannes (Jan Bülow) door een krankzinnig labyrint van verdwijningen, moorden en romances, die allen ontrafelen tot één magistraal raadsel gemaakt van hallucinaties en melancholische poëzie.

Timm Krögers derde speelfilm, geschreven met vaste scenariopartner Roderick Warich (The Trouble with Being Born, 2020), is verreweg zijn meest indrukwekkende. Krögers ambigue multiversumthriller, vers van de competitie van het Venice Film Festival, houdt het midden tussen Hitchcock en Nolan en zal nog jarenlang hersens blijven kraken. De verbluffende zwart-witcinematografie is een absolute lust voor het oog, en weet een modern plot te koppelen aan de esthetiek van vervlogen tijden, gepaard met een prachtige klassieke Hollywood Noir-soundtrack. Wat een cocktail!

In the early sixties, a group of people are gathered together for what seems to be a revolutionary quantum mechanics congress in the Swiss Alps. We follow doctoral student Johannes (Jan Bülow) through a demented maze of disappearances, murders, and romances, all unraveling into a masterful enigma built of hallucinations and melancholic poetry. 

Written with his long-time collaborator, screenwriter Roderick Warich (The Trouble with Being Born, 2020), The Theory of Everything is Timm Kröger’s third feature film, and by far the most impressive. Fresh out of the Venice Film Festival’s competition, Kröger’s ambiguous multiverse thriller lives somewhere between Hitchcock and Nolan and will be twisting minds for years to come. An absolute feast for the eyes, its stunning black & white cinematography manages to fuse a modern plot with an antique aesthetic, all the while enrobed in a marvelous classic Hollywood Noir soundtrack. Quite a cocktail!