LAB CLASSICS: FIGHT CLUB — 20th anniversary
The first rule of the 20th anniversary of Fight Club is…
“Fight Club is the most frankly and cheerfully fascist big-star movie since Death Wish,” aldus recensent Roger Ebert. Toen David Finchers anti-establishment meesterwerk in 1999 de bioscopen bereikte, sprak een deel van datzelfde establisment van een fascistisch pamflet. Inmiddels noemen we deze klassieker uit het magische filmjaar “een profetische spiegel van de tijdgeest” (NRC).
Na bijna 25 jaar in de maffia heeft Henry (Liotta) vrijwel alles bereikt wat mogelijk is. Als top dog in de maffia – hij heeft alles: geld, drugs, vrouwen, de beste auto’s – lijkt niemand hem iets te kunnen maken. Toch belandt ook Henry op de vrijwel onvermijdelijke way down wanneer hij wegglijdt in coke-bestoven grootheidswaan. De Niro (Jimmy Conway) waakt over hem, maar kan Hills neergang niet voorkomen.
In het vliegtuig ontmoet de maatschappelijk ontwortelde Jack (Edward Norton) de nog veel vreemdere Tyler Durden (Brad Pitt). Om uiting te geven aan hun gezamenlijke antipathie tegen het burgermansbestaan zetten ze een ‘Fight Club’ op, waar gelijkgestemde sleurverlaters elkaar met wederzijdse toestemming in elkaar meppen. Grotere projecten volgen. In de VS begrepen sommige mannen niet dat Chuck Palahniuk, de auteur van het bronboek, de vechtclubs niet als serieus tijdverdrijf had willen introduceren, met als gevolg veel zinloos geweld. Inmiddels wordt Fight Club gezien als één van de belangrijkste counter-culture klassiekers van de 90’s.